In de middenberm van de Dr. Sophie Redmondstraat, ter hoogte van het regeringsgebouw (nu Dr. Ir. Frank Essed Gebouw), verzamelen zich op dinsdag 13 juli 1993 meer dan driehonderd mensen, waaronder president Ronald Venetiaan.
Zij zijn getuigen van de plechtigheden rond de onthulling van het monument dat herinnert aan de slachtoffers van de schending van mensenrechten in Suriname vanaf 8 december 1982. Het initiatief om een dergelijke plek te creëren komt van Ilse Labadie van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV). Theo Para schrijft later over haar: Zij leefde de menslievende waarden en normen, demonstreerde hun levensvatbaarheid en deed ze ontkiemen in de schoot van de brede democratische volksbeweging van Suriname (…).
Landgenoten, kondreman, NOOIT MEER
Nirmalla Rambocus is de zus van de op 8 december 1982 vermoorde Soerendra Rambocus (29), militair. Voor haar, zegt ze in de toespraak die door De West integraal wordt gepubliceerd, staat het monument symbool voor de oproep te komen tot het onderzoek naar en de berechting van de daders van de decembermoorden. Daarna krijgt voorzitster Ilse Labadie van de OGV het woord. Het monument, houdt ze de toehoorders voor, herinnert aan de wens en oproep dat schendingen van mensenrechten zich nooit meer mogen herhalen: (…) landgenoten, kondreman, NOOIT MEER.
Bastion Veere en de dood van vijftien prominente Surinamers
Op bastion Veere, één van de drie bastions van Fort Zeelandia, organiseren Stichting 8 December 1982 en OGV op 8 december 2009 een herdenkingsdienst voor de vijftien Surinamers die daar zijn doodgeschoten. Tijdens de bijeenkomst onthult president Ronald Venetiaan het Nationaal Monument Bastion Veere – 8 december 1982.
De tekst:
Op deze plek werden op 8 december 1982 vijftien prominente zonen van Suriname zonder vorm van proces door het militaire regime doodgeschoten. Zij stonden voor vrijheid, recht en democratie.
De slachtoffers:
† John Baboeram (36) advocaat
† Bram Behr (31) journalist
† Cyrill Daal (46) vakbondsleider
† Kenneth Gonçalves (42) advocaat
† Eddy Hoost (48) advocaat
† André Kamperveen (58) ondernemer
† Gerard Leckie (39) psycholoog
† Sugrim Oemrawsingh (42) wiskundige
† Lesley Rahman (28) journalist
† Soerendra Rambocus (29) militair
† Harald Riedewald (49) advocaat
† Jiwansingh Sheombar (25) militair
† Jozef Slagveer (42) journalist
† Robby Sohansingh (37) ondernemer
† Frank Wijngaarde (43) journalist
Herinneren centraal bij herdenkingsdienst 2009
Pater Karel Choennie, die de twee uur durende dienst leidt, vertelt de nabestaanden dat vergeten is ontmenselijken en dat het herinneren van de gebeurtenissen altijd moet blijven. Wordt het verleden vergeten, dan is het gedoemd zich te herhalen. De woorden van voorzitter Betty Goede van OGV benadrukken het belang van herinneren. Alle sprekers mijden de naam Desi Bouterse. Alleen Sunil Oemrawsingh van Stichting 8 December 1982 zegt dat de misdaden toen – waaronder de executies en het in brand steken van gebouwen – gebeurden onder de goedkeurende blik van de militair gezaghebber.
Vanaf 2010 jaarlijkse bijeenkomst
De herdenking in 2009 is de derde bijeenkomst in Fort Zeelandia ter nagedachtenis aan de vijftien vermoorde Surinamers. De eerste keer vond plaats in 1995 nadat de militairen het complex terug hadden gegeven aan Stichting Surinaams Museum. De tweede keer was op 8 december 2002. Nabestaanden, politici en belangstellenden liepen toen van de Sint-Petrus-en-Pauluskathedraal naar het Fort. Vanaf 2010 is er jaarlijks een herdenkingsbijeenkomst bij het monument.
Vonnis in het proces over de Decembermoorden
De krijgsraad in Suriname heeft op 29 november 2019 president Desi Bouterse bij verstek veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Voorzitter mevrouw Cynthia Valstein-Montnor en de twee andere rechters achten hem schuldig aan het medeplegen met voorbedachten rade van de moord op vijftien tegenstanders van het militaire regime om de macht te behouden. Als leider van het leger en de veiligheidsdiensten nam hij het besluit de mensen te elimineren. Deze veroordeling is op 30 augustus 2020 door de krijgsraad bevestigd. Bouterse en zijn advocaat zijn hiertegen in beroep gegaan.
Meer schendingen in Fort Zeelandia
Het Surinaams Museum keert op donderavond 23 november 1995, na dertien jaar eerder door het Militair Gezag te zijn weggestuurd, terug naar Fort Zeelandia, naar baka foto. Conservator Frans Fontaine van het Tropenmuseum in Amsterdam komt met het idee de slachtoffers van 8 december 1982 en van eerdere verschrikkingen in het fort blijvend te gedenken. Een jaar later volgt de gedenksteen: Allen die in de loop der tijd in Fort Zeelandia het leven lieten willen we hier in stilte gedenken.
De vergeten moord op twee gevangenen, 6 november 1942
Op Jodensavanne aan de Surinamerivier zitten vanaf 1942 146 Nederlandse mannen en jongens gevangen, die verdacht worden van vermeende pro-Duitse sympathieën. Ze komen uit Nederlands-Indië en zijn voor internering met het stoomschip Tjisadane naar Suriname overgebracht.
Nadat vier mannen begin oktober 1942 weigeren Joodse graven te openen om op zoek te gaan naar sieraden, krijgen ze de opdracht de latrines met blote handen schoon te maken. Ook dat bevel voeren ze niet uit waarop ze geboeid naar Fort Zeelandia worden getransporteerd. Daar moeten de gevangenen zich uitkleden en worden ze geschopt en met knuppels afgetuigd.
Territoriaal-commandant kolonel Johan Kroese Meyer beslist op 6 november zonder proces over het leven van ir. L.K.A. de Raedt van Oldenbarnevelt en L.A.J. van Poelje. Hij geeft de mariniers H. Grift en J.J.H.F. Verhoeven de opdracht de gevangenen ‘op de vlucht’ dood te schieten. J.E. Stulemeyer en C.J. Kraak ontspringen deze macabere dans. Bij Stulemeyer ketst de tommygun. Kraak wordt door ingrijpen van gevangenisdirecteur W.G. Gummels gered: Hij rende naar buiten en schreeuwde dat dit ‘platte moord’ was.
Enkele jaren na de oorlog wordt door waarnemend procureur-generaal mr. E.E. Grunberg officieel vastgesteld dat het om moord gaat, maar tot een proces – laat staan een veroordeling – komt het niet. Wrang genoeg krijgt Meyer in 1948 de Militaire Willems-Orde voor zijn rol bij de politionele acties in Nederlands-Indië.
Advocaat A.G. Besier schrijft in het boek De groene hel uitvoerig over deze oorlogsmisdaad. Ook NRC Handelsblad van 11 maart 1995 besteedt aandacht aan deze moorden. Maar zonder gevolgen voor de drie daders, die komen ermee weg.
De Binnenlandse Oorlog en de slachting in Moiwana
Tijdens deze vuile oorlog – en geen ‘conflict’ zoals verdoezelend op de herinneringszuil (2016) aan de Waterkant staat – vinden honderden onschuldige burgers de dood en moeten tienduizend inwoners van Oost-Suriname voor het geweld vluchten naar Frans-Guyana. Het dieptepunt wordt bereikt op 29 november 1986 in het dorp Moiwana. In een gecoördineerde actie van het Nationaal Leger, dat onder bevel staat van Desi Bouterse, worden ten minste 39 mannen, vrouwen en kinderen geliquideerd.
Vonnis uitgesproken
De moorden en de schending van de rechten van de mens worden bij vonnis op 15 juni 2005 door het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens bewezen geacht. Maar het verplichte strafrechtelijk onderzoek naar de daders wordt niet uitgevoerd en de betalingen van schadevergoedingen aan de 130 overlevenden blijven achterwegen. Stichting Fonds Ontwikkeling Moiwana-gemeenschap en Stichting 8 December 1982 roepen eind november 2021 – 35 jaar na het bloedbad, 16 jaar na het vonnis – de regering van Suriname op haar verplichting met betrekking tot het vonnis na te komen. Het wachten is nu op het nemen van verantwoordelijkheid.