Vanwege de Covid-19 pandemie en de afgelasting van alle grote evenementen, zijn alle optredens via een video-opname uitgezonden. Op deze wijze konden miljoenen mensen overal ter wereld kijken en luisteren naar de voordracht van elke dichter. Vanaf 1 augustus en gedurende 70 dagen kon men o.a. tijdens het Medellín Festival de voordracht van 180 dichters uit 103 landen, die de verschillende continenten vertegenwoordigden: Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, Azië, Midden-Oosten en Europa. Een strenge selectie moest worden gemaakt van al diegenen die de afgelopen 30 jaar hebben opgetreden om een hoge kwaliteit van het aanbod te garanderen. De keuze viel op Nicolaas nadat hij vorig jaar veel lof oogstte met zijn voordracht. Samen met de Almeers-Arubaanse dichter traden o.a. ook op: Khédija Gadoum (Algerie), Rethabile Masilo (Lesotho), Achmed Al Mula (Saudi Arabië) en Lasana Sekou (St. Maarten).
Voor het Internationale literatuurfestival van Berlijn – dat aandacht besteedde aan de moord van George Floyd – werd hij benaderd om een videoboodschap in te spreken. In ‘Voices on Racism’ trok hij de lijn door op het vlak van de internationale betrekkingen tussen landen.
Hoe landen steeds meer door het racisme hun deuren sluiten voor vluchtelingen en asielzoekers en elkaar niet langer vertrouwen. Het is alsof landen in hun schulp kruipen om de eigen bevolking te beschermen tegen mensen van een ander ras, religie en nationaliteit en er niet langer een wereldgemeenschap bestaat. Als voorbeeld illustreerde essayist Nicolaas dit aan de hand van de verhouding tussen Aruba en Nederland, die additionele eisen stelde ten aanzien van de benodigde begrotingssteun als gevolg van de coronacrisis en de effecten hiervan op de kleinschalige economie. Een vergelijking tussen rijk en arm, kleinschalig en welvarend die maakt dat de ene ondergeschikt wordt gemaakt aan de wensen van de ander. Financiële steun die onontbeerlijk is en terugbetaald moet worden, die gepaard gaat met het ontnemen van hun autonomie. Nicolaas pleidooi was gericht om ons te ontdoen van al die krachtmeting tussen rijke en arme landen, om een vreedzame co-existentie tussen landen na te streven.
Mexico
Al vorig jaar werd hij uitgenodigd om in 2020 voor het Internationale Festival van San Cristobal op te treden. Dit festival van Contemporaine Poëzie is gericht op een naderende wervelstorm in de poëzie. De meeste deelnemers zijn uit Zuid-Amerika afkomstig of hebben een band met de Spaanse cultuur. Veelal zijn het jongeren die de kans wordt geboden om hun talent als woordkunstenaar te etaleren. Nicolaas: “Poëzie moet een reflectie zijn op de geschiedenis, natuur en samenleving waarvan je deel uitmaakt.” Voor dit festival selecteerde hij o.a. het erotisch gedicht ‘Pintura corporal’ (Lichaamsschilderij), dat opgenomen werd in de Argentijnse bloemlezing Arte Poetica. Ook uit zijn laatste werk Argus is een gedicht voorgedragen. In verband hiermee werd een vijftal van zijn gedichten geselecteerd voor publicatie in het literaire tijdschrift Taller Igitur. Latijns-Amerika is een continent waar de poëzie leeft, met een publiek dat ondanks een regenplens gewoon op zijn plek blijft staan om een dichter te aanschouwen.
Medellín
Voor het Internationaal Festival van Poëzie van Medellín (FIPM) koos de dichter enkele Spaanstalige gedichten voor te dragen. Voor deze bijzondere viering droeg hij de volgende gedichten voor: ‘Objeto’ (Object), ‘Siera’, de la vida Maestra’ (Siera, van het meesterlijke leven), ‘Ciego’ (Blind), ‘Libertad sin rostro’ (Vrijheid zonder geweten) en ‘Regreso’ (Terugkeer). De gedichten zijn in het verleden door Ramon Todd Dandaré en Mariana Aristizábal vertaald. Het zijn gedichten die in eerdere bundels verschenen en elk van hen zijn gerelateerd aan de situatie waarin we in het heden leven. Gedichten waarvan de strekking, betekenis en boodschap nooit verloren gaan. Enkelen werden zelfs in een bloemlezing in New York of Argentinië opgenomen. De gedichten zijn aan elkaar verbonden alsof die deel uitmaken van een keten van interpretatie. Verschillende aspecten van het leven en het heden worden in zijn gedichten geprojecteerd. Tussendoor zijn voordracht plaatst hij een kanttekening bij de lock-down, die een voedingsbodem schept voor een andere en met name weinig democratische samenleving.