Wij slaven van Suriname,
uit donker vreemde land,
verdreven,
ver van huis en haard,
omwoeld door vreemde hand.
Gedenk het leed dat eeuwen drukt,
gedenk de slavernij,
de marteling,
de wreedheid,
gedenk ons bitter lij.
Maar al is het,
al zijn de dagen van slavernij voorbij,
gij die ons bracht uit donker land,
gij waart niet,
waart nooit vrij.
-Anton de Kom
“Beste aanwezigen,
Bedankt dat ik vandaag opnieuw voor u mag spreken over een onderwerp dat zowel zwaar op ons geweten drukt als ons de kans biedt om te groeien en te leren: het slavernijverleden. Ik ben begonnen met een gedicht van Anton de Kom, Wij slaven van Suriname afkomstig uit zijn gelijknamige boek dat krachtig de pijn en strijd van de tot slaaf gemaakten beschrijft.
In mijn vorige toespraak sprak ik over de gruwelijkheden van de slavernij en de ontmenselijking van degenen die als bezit werden beschouwd. We herinnerden ons samen hoe deze mensen hun lichaam, tijd, arbeid, familie en zelfs hun gedachten moesten afstaan aan hun eigenaars. We hebben stilgestaan bij de onrechtvaardigheden die ze hebben doorstaan en erkend dat hun ervaringen lang buiten het collectieve geheugen van het Westen zijn gehouden.
Vandaag wil ik verdergaan waar we de vorige keer gebleven zijn. We moeten ons niet alleen bewust zijn van het verleden, maar ook erkennen hoe dit verleden doorwerkt in het heden. De slavernij mag dan afgeschaft zijn, de gevolgen ervan zijn nog steeds voelbaar in onze maatschappij. Dit is zichtbaar in subtiele, maar diepgewortelde vormen van institutioneel racisme en ongelijkheid.
Neem bijvoorbeeld de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Deze schandalen laten zien hoe historische vooroordelen en discriminatie nog steeds een rol spelen in onze hedendaagse instellingen. Het is een pijnlijke herinnering dat er nog veel werk aan de winkel is om echt gelijkheid te bereiken.
We moeten ons realiseren dat de gevolgen van de slavernij verder reiken dan individuele discriminatie. Het zit ingebakken in de structuren en systemen die onze samenleving vormen. Van het onderwijs tot de arbeidsmarkt, en van de rechtspraak tot de gezondheidszorg, overal zien we de sporen van een verleden dat we nog niet volledig hebben verwerkt.
Als we spreken over een “gedeeld verleden”, moeten we ook praten over een “gedeelde toekomst”. Een toekomst waarin we niet alleen samenleven, maar ook samen leren en groeien. Waarin we de geschiedenis van de tot slaaf gemaakte mensen niet alleen herdenken, maar ook vieren in de context van hun veerkracht en bijdrage aan onze samenleving.
Ik ben trots om hier als Brabander en Tilburger te staan. Onze stad, met een slavernijmonument, biedt een plek voor herdenking en viering van het slavernijverleden. Het is een plek waar we niet alleen terugkijken, maar ook vooruitkijken naar hoe we een inclusievere en rechtvaardigere samenleving kunnen bouwen.
Ik heb geleerd dat wegkijken geen optie meer is. Mijn eigen ervaringen en die van mijn kinderen hebben mij doen beseffen dat de strijd tegen discriminatie en ongelijkheid een dagelijkse realiteit is. Het doet pijn te zien dat mijn kinderen, geboren en getogen Nederlanders, nog steeds geconfronteerd worden met de gevolgen van een geschiedenis die hen in een ongelijkwaardige positie plaatst. Dit is iets dat we samen moeten veranderen.
Door het slavernijverleden te herdenken, door Keti Koti te vieren, werken we aan verzoening en genezing. Het biedt ons de kans om openlijk te reflecteren op de donkere kanten van onze geschiedenis en concrete stappen te zetten naar een rechtvaardigere toekomst. Het is een herinnering aan de noodzaak van gelijkheid, vrijheid en respect voor alle mensen.
Hoe divers en inclusief zijn we in Brabant? Streven we daadwerkelijk naar een diverse samenstelling van ons personeelsbestand en een inclusieve provincie? Begrijpen we de waarde van verschillende perspectieven en achtergronden? Een inclusieve samenleving benut de talenten en vermogens van alle individuen, ongeacht hun achtergrond. Het is een plek waar iedereen zich thuis voelt en tot zijn recht komt.
Vandaag, als trommelaar en boodschapper, vraag ik u te luisteren naar de code: “Samen een thuis voor alle Brabanders.” Laten we streven naar een samenleving waarin we niet alleen samenleven, maar ook samen bouwen aan een toekomst waarin iedereen gelijkwaardig wordt behandeld en gewaardeerd.
We moeten ons bewust zijn van de kleine handelingen die we dagelijks kunnen ondernemen om bij te dragen aan een inclusieve samenleving. Dit kan variëren van het bewust kiezen voor diversiteit in onze werkomgevingen tot het actief ondersteunen van initiatieven die gelijkheid bevorderen. Elke stap, hoe klein ook, brengt ons dichter bij een samenleving waarin iedereen zich gezien en gewaardeerd voelt.
Het herdenkingsjaar slavernijverleden is cruciaal omdat het niet alleen heeft geholpen om de geschiedenis te erkennen en te begrijpen, maar ook omdat het bijdraagt aan een betere en rechtvaardigere toekomst. Door stil te staan bij het verleden, kunnen we lessen trekken die ons helpen om huidige en toekomstige uitdagingen aan te pakken. Hoewel het herdenkingsjaar tot een einde komt, is het van groot belang dat we aandacht blijven houden voor dit onderwerp. De saamhorigheid die we tijdens dit jaar hebben gevoeld, moet ons blijven inspireren om samen te werken aan een inclusieve samenleving waarin rechtvaardigheid en gelijkheid centraal staan. Alleen door voortdurend bewustzijn te creëren en actief te blijven streven naar verandering, kunnen we de erfenis van het verleden omvormen tot een kracht voor positieve transformatie.
Laten we deze gelegenheid gebruiken om de boodschappen van de apinti trommel door te geven, om te blijven herinneren en leren van het verleden, en vooral om samen te werken aan een inclusieve toekomst voor ons allemaal.
Wan Switi Manspasi Dey.
Dank u wel.”
Jerry Bergraaf
Voorzitter Stichting-2Gether.nl
KetiKoti-Tilburg.nl is onderdeel van Stichting-2Gether.nl
Groenstraat 139 – B18
5021 LL Tilburg
013 – 210 01 49
info@stichting-2gether.nl